Travelling Java: Where did I live?
Blijf op de hoogte en volg Bernice
12 Juni 2018 | Indonesië, Bromo
Anyway, in Malang weer de typische scootertjes drukte. Wel ook twee mooie markten daar: Pasar Besar (besar = groot) en Pasar Bunga (bunga - bloem). De bloemenmarkt bestond uit grote tuinen met veel planten en bloemen, vooral heel groen dus, de Pasar Besar had echt héél veel dieren. Van kippen tot eekhoorntjes tot parkietjes en 100e andere vogeltjes tot vissen en slakken. Allemaal opgesloten op 1 cm2. Het was écht een leuke markt om overheen te lopen en te kijken, maar stiekem ook wel een beetje zielig om allemaal visjes per stuk in minizakjes te zien zitten (zie foto). Ook heeft Malang net zoals de meeste grote steden ook een gekleurde wijk. Hier was het regenboog-dorp én een blauw dorp! Blauw! Perfect voor mij haha. Leuk doorheen wandelen en foto’tjes maken natuurlijk. Vanuit Malang weer door naar de onbewoonde wereld terug.
De Bromovulkaan. Uitgestapt met backpack op de rug was het meteen een wereld van verschil. Het was ineens koud! Snel gegeten en gaan slapen want sunrise is natuurlijk vroeg, en om de zonsopkomst te zien met mooi uitzicht moet je eerst een stukje rijden, dus om 2 uur ging de wekker weer. Dik ingepakt in een jeep naar het uitkijkpunt: zooooooooveel sterren. Alleen, wel ook heeeeeeeeel koud. Sta je dan. Paar uur voor de zon opkomt. De sterren werden steeds minder interessant maar veel meer was er ook niet te zien in de duisternis, en het leek steeds kouder te worden (kan dalen tot de 0 graden); tot de zon opkwam! Elke minuut andere kleuren in de lucht: “aaawh wat moooooi”. Al was de andere kant waar ineens de vulkanen zichtbaar waren ook heel mooi, daar had ik geen zonsopgang voor nodig hoeven hebben stiekem. Maar het was mooi, toen weer naar beneden om de Bromovulkaan op de lopen en in de krater te kijken. Het is een van de actiefste vulkanen die altijd maar stoomt, maar niet uitbarst (gelukkig). Het geluid dat zo’n ding maakt is wel echt heel eng, de natuur is en blijft gek. Vanaf daar via plantages met van alles (koffie, cacao, nootmuskaat, foelie, kaneel, kruidnagel, rubber, kurkuma, alle random kruiden die ze maar hadden incl. alle uitleg wat het was, hoe het groeide en waarvoor het gebruikt werd), naar Kalibaru, startplaats om naar de Mount Ijen te gaan. Weer voor zonsopkomst opstaan want het was nog een stukje rijden. Ik had me speciaal wat minder warm aangekleed omdat ik nog meer voor de boeg heb en ik moest er van mezelf maar even aan leren wennen. Helaas (of gelukkig) was het helemaal niet zo koud. Het was een wandeling naar boven waar er onderweg allemaal mijnwerkers meelopen omdat ze sulfur gaan halen. Deze mensen lopen per dag zo’n 3x de berg op en neer met zo’n 10 kilo. Best gezond werk zou je zeggen, behalve dat ze dampen wel echt ongezond zijn, gasmaskers boven op de berg is dan ook een must. Het uitzicht is wel super mooi, het mooi blauwe kratermeer, woow. En dan de weg weer terug naar beneden. Vanuit Kalibaru daarna met de ferry overgestoken naar Bali. Het Paradise van Indonesie. Zegt men…